De Dr. Huxtable illusie: seksueel misbruik in het boeddhisme

Het boeddhisme heeft een vredig imago, maar is dat niet slechts een illusie? Ook hier is seksueel misbruik een groot probleem.
De beerput
Begin dit jaar ging in Nederland de beerput weer eens open: seksueel misbruik door boeddhistische leraren was overal prominent in het nieuws, zelfs op het acht-uur journaal. Geen van deze zaken was echter helemaal nieuw. De incidenten zaten soms zelfs tot wel 35 jaar in de doofpot (bijvoorbeeld de casus Mettavihari). Is seksueel misbruik in de Boeddhistische gemeenschap een blinde vlek?
Dr Huxtable en Mr. Hyde
Seksueel misbruik door voorbeeldfiguren is veel in het nieuws de laatste tijd. Neem Dr. Huxtable, een uit Amerika overgewaaid TV personage uit de Cosby Show. Alhoewel deze show uit de jaren tachtig en negentig vooral politiek correct en pedagogisch verantwoord vermaak voor het Amerikaanse gezin presenteert, luchthartig verpakt in de elegante humor van een door de wol geverfde stand up comedian (William Henry ‘Bill’ Cosby Jr., 1937), ligt de hoofdpersoon onder vuur voor vermeend seksueel misbruik. Een aansprekender icoon van Amerikaanse, multicultureel gekleurde, burgerlijke degelijkheid kan men zich welhaast niet voorstellen en toch wordt hij ervan beschuldigd stelselmatig seksueel misbruik van vrouwen gemaakt te hebben, die hij, in het typische geval, voorafgaand door een partydrug bedwelmd had. Ruim vijftig slachtoffers van vermeend misbruik hebben zich gemeld: Dr. Huxtable en Mr. Hyde. Zoals bekend, is dit zeker geen geïsoleerd incident in de wereld van de showbizz.
Een Thaise bon vivant met losse handjes
Mettavihari was een joviale Thaise patriarch van vipassanā of inzichtmeditatie in Nederland. Deze enigszins gezette en goedlachse levensgenieter werd voor vele van zijn toegewijde Nederlandse volgelingen, op zoek naar spiritueel heil, tot een icoon van oosters boeddhistische deugd en ascetische wereldverzaking. Net als Dr. Huxtable was Mettavihari een voorbeeldfiguur, maar ook hier duiken verhalen op van seksueel misbruik. Ruim twintig mannelijke slachtoffers hebben zich al gemeld, waaronder minderjarigen. Er zijn veel aanwijzingen voor soms kwalijk verstrengelde financiële belangen en contacten in criminele netwerken rondom zijn persoon, uitgavenpatroon en vastgoedtransacties. Deze zijn momenteel nog voorwerp van onderzoek, zowel binnen als buiten zijn directe boeddhistische omgeving, en werpen mogelijk lange schaduwen, die soms diep uit de Nederlandse onderwereld oprijzen. En dit is slechts één onder verontrustend vele gevallen in boeddhistisch Nederland.
Hoe zijn de reacties? Cognitieve dissonantie alom, maar naast ongeloof en verbijstering ook teleurstelling, verontwaardiging, en boosheid: een heel palet aan begrijpelijke emoties breidt zich nog steeds als een olievlek uit in de media.
Blinde vlekken
Maar er begint zich ook een patroon van blinde vlekken af tekenen. Het heeft in veel gevallen wel erg lang geduurd voordat het nieuws naar buiten kwam. Het misbruik begon zo’n veertig jaar voordat het in bredere kringen bekend werd. In de zaken van Dr. Huxtable en Mettavihari was er ook al langer in kleinere kring een ernstig vermoeden of waren de problemen al bekend: een zwijgcultuur waaraan collectieve aspecten zitten, zoals belangenverstrengelingen.
Maar er is nog meer dat aan onze aandacht neigt te ontglippen, namelijk de culturele stereotypen en collectieve ideaalbeelden met hun culturele dynamiek. Daarvoor keren we terug naar de Dr. Huxtable illusie. Iconen van deugdzaamheid werpen lange schaduwen. Morele rolmodellen zou men misschien op kunnen vatten als collectief geprojecteerde maskers (personae), die onze bewondering dragen en daardoor ook gedragen worden. Deze dynamiek heeft, zeker in het geval van een ‘Oosterse Meester’, evident met overdracht en projectie te maken. Deze projecties zijn wellicht ook noodzakelijk om onze ideaalbeelden overeind te houden (rolmodel Dr. Huxtable). Maar die maskers van rolmodellen blijken vaak slecht te passen op mensen van vlees en bloed. Teleurstelling ligt dus altijd op de loer en ligt zelfs voor de hand: het is structureel en voorspelbaar. Indien een persoon publiekelijk tot een icoon van deugd gemaakt wordt, tot een schaduwloos goede Dr. Huxtable bijvoorbeeld, dan zijn de voorwaarden voor het verschijnen van een duisterder Mr. Hyde daarmee ook meteen geschapen. De van misbruik verdachte Bill Cosby als schaduw van de voorbeeldig deugdzame huisvader in de Cosby Show. Hoe mooi en inspirerend ook, Dr. Huxtable blijkt een even onwaarschijnlijk als ondraaglijk masker en een onleefbare rol.
Bottom line
De smetteloos zuivere, vaderlijke, oosterse wijsheid-persona van Mettavihari is een sociaal-cultureel gemaakt ideaaltype, een projectie, net als het ideaaltype van Dr. Huxtable. Door de creatie van zo’n ideaaltype hebben we tegelijk ook ruimte voor het oprijzen van een Mr. Hyde gecreëerd. In het geval van Mettavihari is dit mogelijk verder gefaciliteerd door een wellicht riskante en eenzijdige monocultuur van uit niet-moderne perioden en andere culturen stammende meditatie-regimes. Dit zijn vaak spirituele disciplines die de conventionele persoon effectief dereguleren en in vaak anders-geaarde modernistische contexten alhier voor grote spanningen in zelf- en wereldbeelden zorgen (zie het vervolg over boeddhistische achtergronden over twee weken op deze blog). Tegelijkertijd hebben we, blijkbaar en op allerlei manieren, zoveel belang bij onze positieve projecties, dat we decennia lang met ernstige cognitieve tegenstrijdigheid kunnen leven, voordat we eindelijk de bom laten barsten: de infame zwijgcultuur.
Dan komen we op het laatste punt dat in analyses vaak over het hoofd gezien wordt, de ultieme blinde vlek: en dat zijn de slachtoffers van misbruik ...